Het was een merkwaardige zaterdagavond voor Jutta Leerdam tijdens de World Cup-wedstrijden in Calgary. De 26-jarige schaatsster, die normaal gesproken als topfavoriet aan de start verschijnt van de 500 meter, moest genoegen nemen met een zesde plaats. Geen dramatische uitslag, maar voor iemand van haar niveau ver onder de verwachtingen. Toch zat achter die prestatie een duidelijke oorzaak: Leerdam was de hele week verre van fit geweest.
De griep die haar al dagenlang teisterde, zorgde ervoor dat de voorbereiding compleet anders verliep dan ze had gehoopt. Waar ze normaal met explosiviteit en zelfvertrouwen aan de start verschijnt, moest ze deze keer letterlijk werken met wat er nog in het lichaam zat. En dat was, zoals ze zelf aangeeft, simpelweg minder dan ze gewend is.
Femke Kok ongenaakbaar
In dezelfde race liet Femke Kok weer eens zien dat zij op dit moment de koningin van de 500 meter is. De 25-jarige sprintster trok haar geweldige vorm door en liet iedereen mijlenver achter zich. De rest van het veld wist al snel dat er geen kruid was gewassen tegen deze Kok, die in Calgary opnieuw indrukwekkende cijfers neerzette.
De Taiwanese Chen Ying-chu reed een sterke wedstrijd en veroverde de tweede plek. Ook Marrit Fledderus kwam dicht in de buurt van het podium, maar eindigde uiteindelijk net naast het erepodium. Leerdam finishte vlak daarachter als zesde, een positie die ze gelaten maar tegelijkertijd kritisch analyseerde.
Een stap vooruit, ondanks alles
Hoewel ze duidelijk teleurgesteld was, zag Leerdam ook verbeterpunten. “Ik reed een stuk beter dan gisteren, met meer energie,” zei ze na afloop bij de NOS. Dat ze dat zelf benadrukte, zegt veel over hoe zwaar haar week is geweest.

Leerdam opende de race in 10,5 seconden, een tijd waar ze toch tevreden mee kon zijn. “Dat is gewoon goed. Het is in ieder geval een teken dat het de goede kant op gaat,” zei ze met een voorzichtige glimlach. Toch wilde ze de realiteit niet verbloemen. De combinatie van ziekte, hoogte, reizen en vermoeidheid speelde haar duidelijk parten. “Bij de start dacht ik zelfs even dat ik vals ging. Zo veel spanning stond erop.”
Een complexe week voor een topsporter
De schaatsster vertelt dat ze de hele week met ziekteverschijnselen kampte en dat de griep zwaarder toesloeg dan ze vooraf had durven denken. Het gevolg? Een lichaam dat sneller leeg was dan normaal, zeker op de 1000 meter eerder dit weekend.
“Die laatste ronde hakte er zo ongelooflijk in,” blikt ze terug. “De eerste ronde kostte me al te veel energie. Mijn moeder zei zelfs dat mijn neus twee keer zo groot was, dus dan weet je wel genoeg.” Ze vertelt het lachend, maar de frustratie schuilt er duidelijk achter.
Voor topsporters zijn weekenden zoals deze extra lastig. Waar een “gewone persoon” even rust kan nemen, moeten sporters als Leerdam juist pieken op vaste momenten. “Je moet elk weekend staan. En dan ben je veel aan het reizen, naar wedstrijden op hoogte… Het komt allemaal tegelijk. Ik baal er wel van dat het precies nu gebeurt.”
Hoopvol richting de volgende race
Ondanks alle tegenslagen blijft Leerdam strijdlustig. Ze kijkt vooral vooruit, want zondag staat er opnieuw een 500 meter op het programma. En daar heeft ze haar zinnen op gezet.
“Het is allemaal zó dicht bij elkaar. Het podium ligt op slechts een tiende afstand. Ik zit al dichtbij. Dus morgen wil ik scherper zijn en meteen knallen,” aldus de sprintster. Haar woorden klinken nog steeds licht hees, maar de vastberadenheid is onmiskenbaar.
Op technisch gebied zag ze duidelijk verbetering. “Deze ronde voelde beter dan die van gisteren, vooral qua techniek. Dat geeft hoop. Ik wil morgen écht meedoen om de medailles.”

De mens achter de sporter
Wat vooral opvalt, is hoe eerlijk Leerdam praat over haar fysieke toestand. De afgelopen dagen waren emotioneel en fysiek zwaar, geeft ze toe. “Gisteren kwamen er nog tranen bij,” zegt ze. Niet van verdriet, maar van een combinatie van vermoeidheid, griep en irritatie. “Snot, tranen, het hele pakket. Het hoort erbij.”
Het beeld dat veel mensen van topsporters hebben — sterk, onverwoestbaar, altijd in vorm — wordt dit weekend compleet omgedraaid. Leerdam laat zien dat het zelfs voor wereldtoppers onmogelijk is om constant topfit te zijn. En dat ziekte op de meest ongelegen momenten kan toeslaan.
Calgary als leerzame stop
Calgary staat bekend om zijn snelle ijs en hoogte, wat zowel voordelen als nadelen heeft. Topsprinters kunnen hier geweldige tijden neerzetten, maar het vergt ook extra veel van het lichaam. Voor iemand die net een griepweek achter de rug heeft, is dat dubbel pittig.
Toch kan dit weekend, hoe frustrerend ook, waardevolle informatie opleveren. Een mindere voorbereiding, een vermoeider lijf, maar toch verbeteren ten opzichte van de dag ervoor — dat geeft stof tot nadenken. Het laat zien dat haar basisniveau nog steeds extreem hoog ligt. Zelfs in een moeilijke week blijft ze meedraaien in de subtop.

De strijdlust blijft
De vraag is nu: wat kan Leerdam morgen? Als ze zich weer iets beter voelt, is een podiumplaats absoluut mogelijk. Met slechts tienden verschil tussen meerdere rijdsters is het veld zeldzaam competitief. En precies daar leeft Leerdam van: de strijd op scherpte, techniek en explosie.
Ze zei het zelf al: “Het podium ligt op 0,1 seconde afstand.” Voor een schaatsster met haar kwaliteiten is dat een gat dat zomaar kan verdwijnen wanneer ze een dag later net iets meer energie vindt.










