Voormalig topvoetballer en trainer Ruud Gullit heeft recent in het programma Rondo teruggeblikt op zijn periode als hoofdtrainer van Feyenoord, en die roept nog altijd gemengde gevoelens op. Hoewel hij zichzelf als eindverantwoordelijke ziet, benadrukt hij dat de omstandigheden destijds verre van ideaal waren. Geld om te investeren in spelers was er nauwelijks, en toch werd hij hard afgerekend op de matige sportieve prestaties.

Geen geld, wel kritiek
“Er was geen budget, helemaal niets,” vertelt Gullit openhartig. “We moesten het doen met transfervrije spelers, want er was geen ruimte om versterkingen aan te trekken. En toch krijg je dan alsnog de schuld als het niet goed loopt. Alsof het allemaal aan mij lag.” Een sprekend voorbeeld is de komst van de Zweedse verdediger Alexander Östlund, destijds een international. Gullit dacht dat hij met zo’n speler weinig kon missen, maar ook dat pakte anders uit. “Je hoopt dat zo iemand het verschil maakt, maar helaas liep het niet zoals gehoopt.”
Hoopvolle lichtpunten
Toch kende zijn periode in Rotterdam-Zuid ook positieve momenten. Gullit noemt de ontdekking van Salomon Kalou als een van de hoogtepunten. De aanvaller speelde toen nog bij Excelsior, maar Gullit haalde hem snel naar de Kuip. “Ik had hem zien spelen en wist: die moeten we hebben. En dat bleek een schot in de roos.” Ook Dirk Kuyt, die uitgroeide tot een clubicoon, liet zijn waarde zien in die tijd. Samen met Kalou en Romeo Castelen vormde hij een voorhoede die volgens oud-speler Pascal Bosschaart “de beste van Nederland” was. Gullit is het daar roerend mee eens: “Die drie waren echt goed. En ook Bart Goor – dat was een klasbak.”
Verantwoordelijkheid nemen
Hoewel Gullit dus wel erkent dat er kwaliteit op het veld stond, blijft de teleurstelling overheersen dat hij als trainer is afgerekend op iets waar hij volgens hemzelf weinig invloed op had: het financiële beleid van de club. Toch neemt hij, zoals het een echte prof betaamt, de verantwoordelijkheid. “Tuurlijk ligt het uiteindelijk aan mij. Ik ben de trainer, ik kies de spelers, ik stel het elftal samen. Maar als je hoopt dat twee of drie transfervrije spelers verrassen en ze doen het niet, dan betaal jij als trainer de prijs.”
Zijn uitspraak “Die drol heb ik wel ingeslikt” is veelzeggend. Het symboliseert hoe hij die periode intern heeft verwerkt — hij koestert geen wrok, maar de bittere nasmaak blijft.
Een man met een rijk verleden
Ruud Gullit is niet zomaar iemand in het Nederlandse voetbal. Hij speelde op het hoogste niveau bij clubs als PSV, Feyenoord, AC Milan en Chelsea. In 1987 werd hij zelfs onderscheiden met de Ballon d’Or, als beste voetballer ter wereld. Ook was hij als aanvoerder van Oranje de drijvende kracht achter het winnen van het EK in 1988. Je zou dus denken dat iemand met zo’n imposant cv wat meer krediet zou krijgen als coach — maar in de voetballerij telt maar één ding: resultaten.
Gullit is inmiddels al jaren actief als analist, onder andere bij Ziggo Sport, waar hij zijn kennis en scherpe blik deelt. Hoewel zijn trainerscarrière niet hetzelfde succes kende als zijn spelersloopbaan, blijft hij een van de meest invloedrijke figuren uit de Nederlandse voetbalgeschiedenis.
Wist je dat…?
-
Gullit’s bijnaam in Italië was Il Tulipano Nero (“De Zwarte Tulp”), een verwijzing naar zijn afkomst én zijn elegante speelstijl.
-
Tijdens zijn tijd bij AC Milan vormde hij een legendarisch trio met Marco van Basten en Frank Rijkaard.
-
Hij introduceerde de term “sexy football” als trainer van Newcastle United — hoewel de prestaties daar ook wisselvallig waren.