Voor TeamNL was het WK Atletiek in Tokio sportief gezien een groot succes, maar voor hoofdcoach Laurent Meuwly viel er organisatorisch weinig te vieren. De Zwitser, die inmiddels 35 jaar actief is in de atletiekwereld, spaarde na afloop van het toernooi zijn woorden niet. Volgens hem waren de omstandigheden voor de atleten ronduit slecht en verdient de organisatie een stevige onvoldoende.

Meuwly richtte zijn pijlen vooral op de logistiek rond de wedstrijden. Atleten moesten na hun warming-up soms wel een half uur wachten voordat ze naar de callroom in het stadion mochten. Vervolgens werden ze per bus vervoerd, wat het proces nog verder vertraagde. Volgens de coach is dat funest voor de voorbereiding en het herstel van topsporters. “Dit is gewoon heel riskant. De spieren koelen af en dat kan blessures veroorzaken. Bovendien wordt het herstel na de race bemoeilijkt. De atleten zijn hier niet goed beschermd,” aldus een gefrustreerde Meuwly.
Daar bleef het niet bij. Ook de hotels waarin de ruim 2000 atleten en hun begeleiders verbleven, kregen stevige kritiek. De hoofdcoach schetste een beeld van overvolle gangen en eindeloze wachtrijen bij de liften. Voor topsporters die afhankelijk zijn van rust en routine is dat volgens hem een nachtmerrie. “Het was te druk, te luidruchtig. Je moest soms tien minuten wachten op een lift. Dan is het lastig om kalm te blijven en niet in de stress te schieten,” verklaarde hij.
Opmerkelijk is dat de sportieve prestaties van TeamNL juist historisch goed waren. De Nederlandse ploeg keerde huiswaarts met zes medailles, waarvan twee gouden. Het absolute boegbeeld was Femke Bol, die verantwoordelijk was voor drie podiumplekken: goud op de 400 meter horden, zilver met de vrouwenestafette en brons in de gemengde 4×400 meter. Daarmee schreef ze opnieuw geschiedenis. Ook andere Nederlandse atleten wisten zich in de kijker te lopen en het medailleklassement van Oranje kleurde voller dan ooit tevoren.
Juist dat contrast maakt de woorden van Meuwly zo opvallend. Terwijl de atleten op de baan floreerden, kraakte de coach het decor waarin dat gebeurde. Volgens hem waren de prestaties des te indrukwekkender omdat ze tot stand kwamen onder moeilijke omstandigheden. “Het zegt veel over de veerkracht van deze ploeg dat ze ondanks alles zulke resultaten hebben neergezet. Maar eerlijk gezegd: het had nooit zo ver mogen komen. Atleten horen op een WK de beste omstandigheden te krijgen, niet de slechtste.”
De uitlatingen van Meuwly zullen ongetwijfeld een discussie losmaken binnen de internationale atletiekbond en toekomstige organisatoren. Het WK geldt als een van de belangrijkste toernooien in de atletiekwereld en de verwachting is dat alles tot in de puntjes geregeld is. Dat een ervaren coach als Meuwly het evenement wegzet als het slechtste in zijn carrière, is een stevige tik op de vingers voor de Japanse organisatie.
Voor TeamNL overheerst sportief gezien de trots. Maar voor de staf blijft er een bittere nasmaak. De boodschap van Meuwly is duidelijk: Tokio leverde mooie sportmomenten op, maar organisatorisch was het WK een dieptepunt.