De discussie rond scheidsrechter Danny Makkelie is opnieuw opgelaaid na de wedstrijd tussen PSV en NEC van afgelopen zaterdagavond. Niet de uitslag, maar de arbitrage stond centraal in de nabespreking – vooral op sociale media, waar de kritiek hard binnenkwam. Veel fans vragen zich af: is Makkelie wel neutraal als PSV op het veld staat? En heeft de gespannen relatie met trainer Peter Bosz daar misschien invloed op?

Ophef om arbitrale keuzes
De wedstrijd in Eindhoven kende meerdere momenten waarop de keuzes van Makkelie vragen opriepen. Ondanks de aanwezigheid van de VAR vielen een aantal beslissingen niet goed bij publiek en analisten. Op sociale media werd stevig uitgehaald naar de ervaren arbiter. Kritische reacties varieerden van “Wat een klerezooi weer van Makkelie” tot “Laat deze man alsjeblieft ergens in de derde divisie fluiten.”
Opmerkelijk daarbij is dat de kritiek niet alleen ging over specifieke momenten, maar over het totaalplaatje: de manier waarop Makkelie het duel aanvoelde, zijn houding, en het gevoel van partijdigheid dat bij sommige kijkers ontstond. Vooral in topwedstrijden, zoals met landskampioen PSV, liggen fluitmomenten onder het vergrootglas. Dan hoeft het niet eens om grote fouten te gaan: de optelsom van twijfelgevallen is al genoeg om de vlam in de pan te doen slaan.
Frictie tussen Makkelie en Bosz: oud zeer?
Een onderliggende factor in deze discussie is de bekende frictie tussen Peter Bosz en Danny Makkelie. De twee zijn elkaar vaker tegengekomen in de Eredivisie, en Bosz heeft nooit onder stoelen of banken gestoken dat hij geen fan is van Makkelies manier van fluiten. “Ik ben altijd boos op Makkelie. Het ligt misschien aan mij, maar ik vind het helemaal niets,” zei de trainer ooit. Een uitspraak die sindsdien telkens opnieuw opduikt bij een confrontatie tussen beiden.
Makkelie reageerde destijds professioneel: kritiek mag, maar toon en timing zijn belangrijk. Trainers en spelers hebben een voorbeeldfunctie, en publieke kritiek op scheidsrechters kan volgens hem de sport beschadigen – zeker richting het amateurvoetbal. Clubs zouden hun trainers daar best eens op mogen aanspreken, aldus Makkelie.
Feiten of gevoel?
Toch blijft de centrale vraag hangen: is er sprake van vooringenomenheid? Tot nu toe is daar geen enkel objectief bewijs voor. De KNVB wijst scheidsrechters aan op basis van ervaring, prestaties en beschikbaarheid, en Makkelie – met zijn internationale status – behoort nog altijd tot de top. Dat hij regelmatig belangrijke wedstrijden leidt, is dus logisch. Maar perceptie is een krachtig wapen. En als die eenmaal negatief kleurt, wordt elke beslissing gewantrouwd.
De VAR is bedoeld om grote fouten te corrigeren, maar grijpt niet in bij twijfelgevallen. Daardoor blijft veel ruimte over voor interpretatie, en juist daar wringt het vaak.
Wat nu?
Voor PSV is de situatie vooral psychologisch: als spelers en staf echt het gevoel krijgen dat een scheidsrechter structureel tegen ze fluit, kan dat invloed hebben op hun houding en focus. Dan is het aan de technische staf om dat te keren en de aandacht op het spel te houden.
De KNVB zit ondertussen in een lastige positie. Volledig transparant zijn over arbitrale keuzes is wenselijk, maar ook gevoelig. Wellicht helpt het als de bond vaker toelichting geeft bij aanstellingen of omstreden beslissingen, om zo het vertrouwen in het systeem te behouden.
De discussie over Makkelie is dus groter dan één wedstrijd. Het draait om geloofwaardigheid, communicatie en wederzijds respect – waarden die in het hedendaagse topvoetbal steeds meer onder druk staan.