PSV voelt zich zwaar benadeeld na een beslissend Champions League-duel waarin een doelpunt van Ivan Perisic aanvankelijk werd goedgekeurd, maar later alsnog werd afgekeurd wegens buitenspel. Het halfautomatisch buitenspel-systeem greep in en concludeerde dat Perisic een fractie voor de laatste verdediger stond, ondanks dat beelden nauwelijks verschil lieten zien. Voor de Eindhovenaren betekende dit het mislopen van drie cruciale punten, wat binnen de club tot grote verontwaardiging leidde. PSV pleit nu voor een herziening van de regels en het gebruik van de technologie.

De controverse draait om de kloof tussen de exacte metingen van technologie en de geest van het spel. Buitenspel is strikt genomen een binaire regel: of je staat buitenspel, of niet. Maar wanneer millimeters het verschil maken, lijkt het menselijke oog nauwelijks onderscheid te kunnen maken. PSV stelt dat zulke situaties de essentie van voetbal aantasten, zeker in wedstrijden met veel op het spel. Het gevoel dat een wedstrijdresultaat door een fractie van een seconde wordt beslist, zorgt voor frustratie bij spelers, staf en supporters.
In de bewuste situatie werkte Perisic de bal binnen na een snelle aanval. De scheidsrechter keurde het doelpunt goed, maar de VAR greep in met het halfautomatisch buitenspel-systeem. Op basis van 3D-reconstructies van spelers en bal concludeerde de technologie dat een lichaamsdeel van Perisic, waarmee gescoord kan worden, net voor de laatste verdediger stond. De scheidsrechter corrigeerde hierop de beslissing, waardoor het doelpunt ongeldig werd verklaard.
Binnen PSV klinkt de kritiek luid. Spelers en staf vinden dat beslissingen op millimeterniveau niet thuishoren in het voetbal en dat het ingrijpen drempel hoger moet liggen. Volgens de club schaadt dit de fair play en het plezier van aanvallend spel. De sportieve en financiële impact van drie punten verlies in een toernooi waar elk punt telt, is aanzienlijk. PSV roept de UEFA daarom op om het gebruik van de technologie en de toepassing van de regel kritisch te herzien.
Het halfautomatisch buitenspel-systeem werkt met camerabeelden en sensordata om posities in drie dimensies te bepalen. Het doel is snelle, consistente beslissingen te leveren en menselijke fouten te verminderen. Toch is geen systeem foutloos: de keuze van het exacte contactmoment, kalibratie van camera’s en vertaling naar een 3D-model kunnen kleine afwijkingen veroorzaken. Bij een beslissing op millimeter-niveau ontstaat de vraag of het systeem nauwkeurig genoeg is om absoluut zeker te zijn van buitenspel.
De discussie rond PSV past in een bredere internationale discussie over VAR en technologie. Voorstanders prijzen objectiviteit en uniformiteit, terwijl critici wijzen op het verlies van flow en spontaniteit. Oplossingen die worden voorgesteld zijn onder meer het toepassen van een veiligheidsmarge voor de aanvaller, het gebruik van dikker getekende lijnen of een ‘daylight’-interpretatie waarbij visueel duidelijke overtredingen doorslaggevend zijn.
Voor PSV heeft dit directe gevolgen: de punten, de positie in de poule en de mentale gesteldheid van het team worden beïnvloed. Voor supporters voelt het verlies extra wrang omdat de prestatie op het veld niet in verhouding staat tot de minuscule technische fout. PSV benadrukt dat zowel de regel als de technologie moeten worden verbeterd, en pleit voor meer transparantie in het proces, zodat spelers, staf en publiek de beslissingen beter kunnen begrijpen.
Uiteindelijk wil PSV dat deze casus leidt tot een evenwichtiger toepassing van technologie, waarbij de menselijke beleving van het spel behouden blijft. Voor nu ligt de focus op het veld: het behalen van resultaten en het behoud van kwalificatiekansen, terwijl tegelijkertijd de discussie over rechtvaardigheid en duidelijkheid doorgaat.