Deze zomer had technisch directeur Alex Kroes één duidelijke opdracht bij Ajax: zorgdragen dat de selectie bestand is voor de Champions League. Daarvoor werd er fors geïnvesteerd, vooral in de komst van Oscar Gloukh en Raúl Moro, samen goed voor meer dan 25 miljoen euro. Maar trainer John Heitinga lijkt nog niet gerust op hun niveau – hij koos ervoor de twee grote aankopen op de bank te zetten in de belangrijke aftrap tegen Inter.

Ajax verdiende vorig seizoen via de Eredivisie hun ticket voor de Champions League-competitiefase, en moest zich dus versterken. Toen vertrokken naast Hato ook Jordan Henderson en Brian Brobbey, wat gaten liet vallen in de ploeg. In totaal trok Ajax bijna vijftig miljoen euro uit voor nieuw materiaal. Dat leverde naast Gloukh en Moro ook namen op zoals Ko Itakura, Joeri Heerkens en James McConnell, huurlingen als Vitezslav Jaros, en Dolberg die kort voor het sluiten van de transfermarkt werd binnengehaald.
Basisplaatsen zijn nog geen zekerheid
Van de nieuwelingen zijn het vooral Itakura en Jaros die direct vertrouwen kregen: zij startten vrijwel zonder uitzondering. Maar hetzelfde geldt niet voor Moro en Gloukh. Zij kregen hun eerste minuten pas vanaf de bank, zowel tegen PEC Zwolle als in de voorbereiding. Ook McConnell en Heerkens, die vooral als toekomstig bezit worden gezien, werden voorzichtig ingezet.
Voor het eerste Champions League-duel tegen Inter koos Heitinga opnieuw om Gloukh en Moro op de reservebank te laten zitten. Dat was opvallend, zeker omdat de Spaanse speler Moro was gehaald om de rechtsbuitenpositie te dekken, juist nu Steven Berghuis geblesseerd is. In plaats van Moro te starten, koos de trainer voor Oliver Edvardsen in die positie. Dat roept vragen op over de consistentie van het transferbeleid.
Kroes’ rol en Ajax’ strategie
Alex Kroes, die bij Ajax de technische onderdelen beheert (doorgaans transferbeleid, scouting, aan- en verkoopbeleid), heeft zich deze zomer duidelijk laten gelden. Hij was betrokken bij het aantrekken van de nieuwe namen, en hoopt met deze investeringen Ajax weer op hoger niveau te krijgen in Europa. Maar zoals het er nu uitziet, is Heitinga terughoudend met het inzetten van de nieuwkomers in de zware wedstrijden.
Er lijkt sprake van een strategie waarin jonge aanwinsten langzaam ingebed worden in het team, in plaats van meteen te starten in alle topwedstrijden. Aan de ene kant biedt dit rust en tijd om te wennen; aan de andere kant kan het frustratie opleveren bij supporters die verwachten dat je met grote investeringen meteen gaat vlammen in Europe.
Uitdagingen op komst
Het seizoen is nu echt van start, en tegen Inter is de maatstaf gezet: kunnen de nieuwe aankopen bewijzen dat ze Champions League-niveau hebben? De druk ligt hoog, zeker met spelers als Gloukh en Moro op de bank. Immers, Ajax moet presteren in Europa en bewijzen dat hun financiële uitgaven niet alleen mooi op papier zijn.
Heitinga zal balans moeten vinden tussen het bestaand vertrouwen in spelers die zich al bewezen hebben én het benutten van het potentieel van de nieuwelingen. Of hij daarin slaagt, zal bepalend zijn voor hoe dit seizoen wordt beoordeeld — bij zowel de clubleiding, supporters als de spelers zelf.