Het is zeldzaam dat Sjaak Swart zó uit zijn vel springt, maar tijdens een gesprek met PowNed werd Mister Ajax zichtbaar kwaad. De 86-jarige clublegende wilde helemaal niets weten van vragen over de huidige situatie bij Ajax. Zodra de verslaggever voorzichtig probeerde te beginnen over de Amsterdamse malaise, sloeg de stemming direct om. Swart liet onverbloemd weten dat hij geen seconde langer wilde praten over het Ajax van nu – en helemaal niet over het vertrek van zijn pupil, John Heitinga.
De toon was gezet nog voordat de reporter zijn eerste zin had afgemaakt. Swart had er overduidelijk genoeg van.
“Je kan het niet met mij over een slecht Ajax hebben, dooie!” beet hij hem toe. De verslaggever probeerde nog kalm te blijven, maar de clubicoon was al in de hoogste versnelling.
Volgens Swart wordt de vergelijking tussen het huidige Ajax en zijn eigen slechtste seizoen onterecht gemaakt. En dat steekt hem, misschien wel meer dan wat dan ook.
“Dit is vijf keer slechter dan toen! En ik zat er middenin!”
In het seizoen 1964/65 beleefde Ajax een dramatische jaargang, met slechts 35 punten uit dertig wedstrijden – het laagste puntenaantal ooit. Swart speelde destijds zelf in dat elftal, maar volgens hem is dat seizoen níet te vergelijken met de chaos van vandaag.
“Nee, dit is vijf keer slechter. Vijf keer! Jij hebt dat niet meegemaakt, dus begin er niet over.”
Het ging al snel mis. De verslaggever wilde de vergelijking trekken met de huidige stand van zaken, maar Swart maakte korte metten met die gedachte.

Hij hield een vurige monoloog waarin hij zijn eigen carrière opsomde om duidelijk te maken dat hij geen genoegen neemt met dit soort vragen.
“Als je nou toch wat had willen vertellen, had je moeten zeggen: Hier zit de kampioen. Acht landstitels, zes bekers, drie Europacups, Wereldcup, Supercup. Alles! We hebben álles gewonnen wat er te winnen valt.”
De boodschap was kraakhelder: aan tafel zit geen gefrustreerde oud-speler, maar een levende legende die niet wil dat zijn successen in één adem worden genoemd met de problemen van het huidige Ajax.
Swart kwaad: “Ben je blind? Dat Ajax heb je nooit gezien!”
Het gesprek escaleerde verder toen de verslaggever voorzichtig bleef aandringen. Swart was er helemaal klaar mee.
“Je bent toch niet blind? Dat voetbal van toen heb jij nooit gezien. Dat kan je niet vergelijken met dit. Jullie hebben dat jammer genoeg niet meegemaakt, anders wist je hoe het écht moest.”
Daarmee maakte hij duidelijk dat hij het huidige crisisvoetbal niet alleen slecht vindt – hij wil er niet eens bij in de buurt komen.
Swarts boosheid zat diep. Niet alleen door Ajax, maar vooral door de manier waarop de verslaggever de vragen bracht. Het was alsof de reporter water in een woedende oliepan goot.
Heitinga is heilig terrein voor Swart
Toen het gesprek richting John Heitinga ging, sloeg de vlam in de pan. Swart heeft een bijna vaderlijke band met Heitinga, die hij al jarenlang ‘zijn pupil’ noemt.
“Je moet niet over Heitinga beginnen. Dat is mijn leerling. Wat hééft hij verkeerd gedaan dan?”
De verslaggever probeerde voorzichtig te vragen wat Swart zou doen als hij in Heitinga’s schoenen had gestaan. Foute vraag. Heel verkeerde vraag.
“Nee, nee, nee. Stop! Daar gaan we helemaal niet over praten.”
Swart ging in de verdediging, maar ook in de aanval. In zijn ogen heeft Heitinga nooit een eerlijke kans gekregen.

“Johnny is een goede gozer. Hij had gewoon moeten blijven met iemand naast zich. Klaar. Ik praat niet over Ajax, dus je weet genoeg.”
Het was duidelijk: alles wat met het huidige Ajax te maken heeft, is voor Swart verboden terrein.
“Ga nou niet lopen lullen over anderen!”
Toen de verslaggever tóch een nieuwe poging deed, flipte Swart opnieuw.
“Wat het morgen wordt? Ga nou niet lullen over anderen, joh!”
Zijn geduld was volledig op. Hij wilde laten zien dat hij zelf altijd zijn woorden met daden kracht heeft bijgezet. En dat deed hij op een manier die alleen Sjaak Swart kan.
“Benfica heb ik in mijn eentje geslacht!”
Plots begon hij te vertellen over zijn legendarische wedstrijd tegen Benfica, een Europese krachtmeting uit de jaren zestig. Voor Swart was het hét voorbeeld dat hij altijd het hoogste niveau heeft aangeraakt – iets wat hij het huidige Ajax en de reporter even fijntjes onder de neus wilde wrijven.
“Ik heb Benfica in mijn eentje geslacht! Benfica! En dat is de beste club van allemaal. Wat moet je nou? Maar ik praat niet. Laat me met rust!”
De verslaggever kon niets terugzeggen. Swart had het laatste woord.
En dat woord was duidelijk:
“Ik heb helemaal geen trek om over Ajax te praten.”

Sjaak Swart: oud, scherp, trots – en woedend
De ontmoeting liet één ding zien: de clublegende kan nog steeds vuur spuwen.
Hij is trots. Hij is eigenwijs. En hij kan slecht tegen onkunde in zijn ogen – zowel bij Ajax zelf als bij journalisten die de verkeerde vragen stellen.
Wat begon als een simpel interview veranderde binnen minuten in een woedende, ongeleidbare stortvloed aan emoties, voetbalgeschiedenis en pure frustratie.
Maar één ding blijft overeind:
Swart wil volledig met rust gelaten worden als het over het Ajax van nu gaat.
En als Sjaak Swart iets duidelijk maakt, dan gebeurt dat niet met fluisteringen.
Maar met woorden die je vergeet als je ze eenmaal gehoord hebt.









