Binnen de muren van de Ferrari-fabriek in Maranello heerst onvrede. De opmerkingen van Charles Leclerc na de Grand Prix van Singapore zijn daar hard aangekomen. De Monegask sprak openlijk zijn frustratie uit over het gebrek aan vooruitgang bij het team – woorden die in Italië niet bepaald goed zijn gevallen.

De race in Singapore verliep teleurstellend voor de Scuderia. Zowel Leclerc als zijn nieuwe teamgenoot Lewis Hamilton konden geen potten breken: Leclerc eindigde als zesde, Hamilton kwam niet verder dan een achtste plaats. Daarmee blijft Ferrari ook na dit raceweekend steken in een moeizame fase, waarin het team maar geen aansluiting vindt bij Red Bull en Mercedes.
Opvallend is dat geen van beide coureurs dit seizoen (2025) nog een Grand Prix heeft gewonnen. Voor Hamilton is het extra pijnlijk: de zevenvoudig wereldkampioen kwam dit jaar juist naar Ferrari om zijn achtste wereldtitel te veroveren, maar heeft nog niet eens een podiumplek weten te behalen.
Na afloop van de race was Leclerc ongewoon scherp in zijn analyse. “Mercedes heeft grote stappen gezet, net zoals Red Bull een paar races geleden. Maar wij niet. In deze omstandigheden is het moeilijk om optimistisch te blijven en te geloven dat de situatie in de laatste races nog verandert,” aldus de Monegask tegenover de internationale pers.
Hoewel veel fans zijn woorden als realistisch beschouwen, werden ze binnen het team als een steek in de rug ervaren. Volgens Corriere dello Sport leidde de kritiek van Leclerc tot een felle discussie tussen een van de engineers en teambaas Fred Vasseur. Binnen Ferrari heerst de overtuiging dat kritiek in het openbaar het moreel schaadt, zeker in een periode waarin het vertrouwen al broos is.
De onrust komt op een slecht moment voor de Scuderia. De Italiaanse renstal probeert al jaren de oude glorie te herstellen, maar de resultaten blijven achter bij de hoge verwachtingen. Ondanks alle inspanningen en miljoeneninvesteringen lukt het Ferrari maar niet om structureel voor overwinningen mee te doen.
John Elkann, CEO van Ferrari en voorzitter van de holding Exor, sprak tijdens de Capital Markets Day in Maranello over de situatie. Hij benadrukte zijn persoonlijke betrokkenheid bij het team. “Ik wil duidelijk zijn: dit is voor mij een persoonlijke kwestie,” zei hij. “Mijn toewijding komt niet alleen voort uit mijn functie als president en meerderheidsaandeelhouder, maar uit mijn levenslange passie voor Ferrari.”
Elkann benadrukte dat elke beslissing gericht is op het versterken van het unieke karakter van het merk. “Ik zet me in voor onze mensen – hun talent en toewijding zijn de grootste garantie voor onze toekomst. En ik zet me in voor onze fans, die ons graag zien winnen in de Formule 1, net zoals we dat doen in de endurance.”
Ferrari mag dan trots zijn op recente successen zoals drie opeenvolgende overwinningen in Le Mans, maar binnen de Formule 1 blijft de frustratie groot. De woorden van Leclerc hebben die onvrede opnieuw blootgelegd — en in Maranello weten ze: als zelfs hun stercoureur zijn vertrouwen verliest, is er werk aan de winkel.