Tijdens de openingsronde van de Grand Prix van Singapore kwam McLaren-coureur Lando Norris opnieuw in de schijnwerpers te staan — niet vanwege een overwinning, maar door een incident met zijn teamgenoot Oscar Piastri. In de derde bocht van het Marina Bay Street Circuit plaatste Norris zijn McLaren MCL39 agressief naast die van Piastri. Daarbij raakte hij het linkervoorwiel van de Australiër, waardoor deze kortstondig moest uitwijken. Voor Norris was het een stevig, maar volgens hem volledig legitiem gevecht. Voor Piastri daarentegen was het een onnodig harde actie die het team onrust bezorgde.

De race zelf verliep verder zonder grote incidenten voor Norris. Na zijn inhaalactie ging hij in de achtervolging op Max Verstappen, in een poging de tweede positie van de Nederlander af te pakken. Ondanks een sterke race en een goed tempo lukte het hem niet om Verstappen daadwerkelijk te passeren. Toch was de Brit na afloop allesbehalve teleurgesteld. In de pitstraat kreeg hij namelijk te horen dat McLaren het constructeurskampioenschap had veiliggesteld – een prestatie waar het hele team het hele seizoen naartoe had gewerkt.
Norris vierde het succes enthousiast en sprak vol trots over zijn team. Voor hem was het een bevestiging dat McLaren de juiste richting had gevonden. De stemming aan de andere kant van de garage was echter een stuk minder uitgelaten. Oscar Piastri was zichtbaar geïrriteerd en uitte zijn frustratie over de inhaalactie van zijn teamgenoot. Volgens hem was de manoeuvre “onverantwoord” en “onnodig risicovol” in de eerste ronde, zeker tussen twee teamgenoten. Toen ook nog bleek dat het management van McLaren – onder leiding van Zak Brown – de kant van Norris koos, knapte er iets bij de jonge Australiër. Hij zou zelfs zijn teamradio hebben uitgeschakeld om verdere discussies te vermijden.
Norris zelf bleef rustig onder de kritiek en legde na afloop uit hoe hij de situatie zag. “De start was goed, ik had veel grip aan de rechterkant van de grid,” vertelde hij. “Ik wilde aan de binnenkant blijven zodat ik in de eerste bochten niet van de baan geduwd zou worden. Er was gewoon een groot gat aan de binnenkant van Oscar, en ik ging ervoor. Het was nog wat glad omdat de baan deels opdroogde, en ik denk dat ik zelfs kort de achterkant van Max’ auto raakte, maar verder ging alles prima. Zo won ik twee posities, en als ik dat daar niet had gedaan, was het waarschijnlijk niet meer gelukt later in de race.”
Zijn verklaring klonk zelfverzekerd, maar ook ietwat defensief. Waar Piastri vond dat Norris te veel risico nam, zag Norris zichzelf simpelweg als een coureur die elke kans grijpt. Toen hem gevraagd werd wat hij vond van de commotie rond zijn actie, reageerde hij scherp: “Iedereen op de grid zou precies hetzelfde hebben gedaan. Als je mij verwijt dat ik een groot gat aan de binnenkant benut, dan hoor je niet thuis in de Formule 1.”
Met die uitspraak zette Norris de toon: in zijn ogen hoort agressie bij racen, en wie daar moeite mee heeft, begrijpt de sport niet. Toch werpt het incident een schaduw over de verhoudingen binnen het team. Waar McLaren juist wil bouwen aan een sterke en stabiele line-up, lijkt de spanning tussen Norris en Piastri op te lopen. De Australiër voelt zich niet gesteund, terwijl Norris juist zijn status als kopman verder verstevigt.
De Grand Prix van Singapore leverde McLaren dus niet alleen sportief succes op, maar ook intern vuurwerk. Voor het publiek was het een spectaculair duel tussen twee snelle teamgenoten. Voor het teammanagement is het nu zaak om de gemoederen te bedaren en de focus te behouden, want één ding is zeker: de strijd tussen Norris en Piastri is voorlopig nog niet voorbij.