Ajax blijft worstelen met verleden bij keuze nieuwe trainer
Het verleden van Ajax hangt anno 2025 nog altijd als een zware schaduw boven de club. De successen van weleer, waarin de Amsterdammers zich onbetwistbaar tot de Europese top mochten rekenen, beïnvloeden nog steeds het beleid rondom de keuze van trainers. Dat schrijft het Algemeen Dagblad. Waar andere clubs sneller openstaan voor buitenlandse invloeden, blijft Ajax vasthouden aan de gedachte dat ‘het Nederlandse voetbal-DNA’ leidend moet zijn.

De aanstelling van Francesco Farioli in de zomer van 2024 leek daar even verandering in te brengen. De Italiaan wist de club in korte tijd weer op de rails te krijgen en boekte sportief succes. Toch groeide na dat seizoen opnieuw het verlangen binnen Ajax om terug te grijpen naar een Nederlandse trainer. Voor velen in de club leeft nog altijd de vraag: moet iemand van buitenaf ons uitleggen hoe Ajax moet spelen?
Trots en traditie als rem
Volgens het AD komt die voorkeur voort uit trots op het “grandioze verleden”. Hoewel de gloriedagen inmiddels al decennia achter de club liggen, ziet een deel van de achterban Ajax nog steeds als een onovertroffen voetbalinstituut. Binnen dat sentiment lijkt weinig ruimte te zijn voor buitenlandse trainers. Het idee is dat alleen iemand met een Nederlandse achtergrond en Ajax-ervaring begrijpt wat de club uniek maakt.
Een treffend voorbeeld komt uit 2023, toen voormalig directeur Sven Mislintat in gesprek was met Oliver Glasner. De Oostenrijker stond hoog op het lijstje om de leiding over Ajax te nemen, maar intern werd de komst geblokkeerd. Het resultaat? Glasner koos voor een avontuur bij Crystal Palace, waar hij inmiddels wordt gezien als een succesvolle en gewaardeerde manager. Voor Ajax een gemiste kans, ingegeven door conservatief denken.
Waarom houdt Ajax vast?
Het antwoord lijkt tweeledig. Enerzijds is er de drang om vast te houden aan de eigen cultuur: de jeugdopleiding, het aanvallende spel, het idee dat de club groter is dan wie er op dat moment voor de groep staat. Anderzijds speelt angst mee. Angst dat een buitenlandse trainer de identiteit van Ajax zou verwateren. Het is een discussie die al jaren gevoerd wordt, maar telkens opnieuw oplaait bij een trainerswissel.
De komst van Farioli liet zien dat het wél kan: een buitenlander die de Ajax-waarden respecteert én sportief resultaten neerzet. Toch blijkt één goed seizoen niet genoeg om het sentiment structureel te veranderen. Het verleden van Ajax blijft niet alleen een bron van trots, maar ook een last die de toekomst soms in de weg zit.
Vooruitkijken of terugkijken?
De vraag die nu boven de club hangt: durft Ajax definitief te breken met die terughoudendheid, of blijft de blik vooral gericht op het verleden? Want in een voetbalwereld die steeds internationaler wordt, kan het vastklampen aan oude gewoontes uiteindelijk ook een remmende factor zijn. Ajax moet kiezen tussen vasthouden aan het vertrouwde of meegaan met de realiteit van 2025.