Davy Klaassen was zichtbaar gefrustreerd na de pijnlijke nederlaag van Ajax tegen Galatasaray. De Amsterdammers gaven in de tweede helft een prima uitgangspositie volledig uit handen, en volgens de aanvoerder ligt dat niet alleen aan pech of vermoeidheid. In gesprek met Ziggo Sport sprak Klaassen ongewoon fel over de huidige staat van zijn ploeg — en liet hij doorschemeren dat niet iedereen binnen het team voldoende brengt.
“De eerste helft ging nog wel gelijk op,” begon Klaassen met hoorbare irritatie. “We hadden controle, creëerden wat kansen. Maar na rust… ja, dan krijg je binnen tien minuten twee goals tegen en stort het hele plan in elkaar. Dat mag gewoon niet gebeuren op dit niveau.” De middenvelder schudde zijn hoofd. “We zijn niet stabiel genoeg. Soms spelen we goed voor een kwartier, misschien een half uur, maar dat is niet voldoende om wedstrijden te winnen. Je hebt een basis nodig, een fundament — en dat missen we op dit moment compleet.”
Wat hem vooral stoort, is dat Ajax dit seizoen in elk type wedstrijd dezelfde problemen heeft. “Het maakt niet uit of je tegen Galatasaray speelt of tegen Volendam. Elke keer zie je hetzelfde patroon. Even lijkt het goed te gaan, maar dan zakt het weer helemaal in. Dat is het meest frustrerende: we bouwen niets op, we herhalen niets. De automatismen die je bij een topclub hoort te hebben, zijn er gewoon niet.”

Klaassen wilde geen namen noemen, maar zijn toon liet weinig aan de verbeelding over. “Laten we eerlijk zijn,” zei hij scherp. “Sommigen leveren gewoon te weinig. Dat zeg ik niet om met vingers te wijzen, maar het is wel de realiteit. Voetbal is geen individueel spelletje. Je kunt niet drie spelers hebben die vol gas geven en de rest die wacht tot iets gebeurt. Dan word je keihard afgestraft, en dat zien we nu elke week.”
Volgens de aanvoerder is er binnen de groep te weinig urgentie en discipline om structureel beter te worden. “Het is moeilijk om precies te zeggen waar het misgaat, maar ik voel dat we niet allemaal op dezelfde lijn zitten. Er wordt hard gewerkt, maar soms lijkt het alsof sommigen niet begrijpen wat er gevraagd wordt. En als dat niet verandert, blijf je dit soort wedstrijden verliezen. We moeten met z’n allen knokken, niet half.”

Klaassen zuchtte diep toen hem werd gevraagd naar de kansen in de Champions League. “Daar wil ik nu eerlijk gezegd niet eens aan denken. We moeten eerst weer leren winnen, punt. Vier wedstrijden staan er nog, maar als we zo blijven spelen, wordt het gewoon niks. Zondag wacht Utrecht – daar moet het beginnen. Geen excuses meer, geen praatjes. Alleen daden.”
De woorden van Klaassen klonken niet als een diplomatiek praatje, maar als een waarschuwing. Een ervaren speler die het spuugzat is om week na week te zien hoe zijn ploeg onder de maat presteert. Of zijn boodschap intern aankomt, zal snel blijken — maar duidelijk is dat de kapitein zijn geduld langzaam verliest.









