Valentijn Driessen, Chef Voetbal bij De Telegraaf, zorgde zondagmiddag opnieuw voor de nodige commotie tijdens de persconferentie na Feyenoord–PSV. Waar doorgaans spelers en trainers het middelpunt van aandacht zijn, wist Driessen de ogen op zichzelf te vestigen met een vraag die tot grote irritatie van Anel Ahmedhodzic leidde.
Na de pittige topper tussen Feyenoord en PSV stapte de Bosnische verdediger de persruimte binnen. Onder de verzamelde journalisten bevond zich ook Driessen, bekend van zijn scherpe vragen en vaste rol als tafelgast bij Vandaag Inside. Wat volgde, was een korte maar verhitte confrontatie.
Driessen stelde Ahmedhodzic de vraag: “Ben je na deze wedstrijd bang om een nachtmerrie te krijgen door Ismaël Saibari?” De verdediger reageerde direct zichtbaar geïrriteerd: “Wat is dit nou voor een vraag?” Het was duidelijk dat hij de toon en de inhoud van de vraag niet kon waarderen.

Volgens Driessen was er echter niets mis met zijn benadering. Hij wees erop dat Saibari tijdens de wedstrijd maar liefst drie keer had gescoord tegen de verdediging van Ahmedhodzic. “Het is gewoon een normale vraag,” legde hij uit, “hij scoorde namelijk drie maal tegen jouw verdediging. Dat wil je toch weten als verdediger?”
Ahmedhodzic nam deze keer de tijd om te antwoorden, zij het met enige terughoudendheid. “Het is voetbal,” zei hij. “Saibari is een goede speler en maakte een hattrick. Het was een goede dag voor hem.” Daarmee leek het verhaal klaar, maar Driessen was duidelijk niet tevreden met dit korte antwoord. “Is dat alles?” drong hij aan, op zoek naar een uitgebreider commentaar.
De Bosniër bleef kalm maar resoluut: “Ja, dat was alles. Ik heb het al uitgelegd en ik blijf mezelf echt niet herhalen. Saibari is een goede speler. Waarom dat zo is, kan ik niet zeggen.” Zelfs bij het verlaten van de persruimte kon Ahmedhodzic zijn frustratie niet helemaal verbergen. Terwijl hij wegliep, mompelde hij nog: “What a stupid question.”

Het voorval past in het patroon van Driessen, die regelmatig voor opschudding zorgt door zijn directe en vaak confronterende vragen tijdens persmomenten. Critici zien dit als het typische gedrag van de bekende sportjournalist, die geen blad voor de mond neemt en soms net dat stapje verder gaat dan andere verslaggevers.
Voor de spelers kan dit soort vragen echter irritatie of ongemak veroorzaken. Ahmedhodzic, normaal gesproken communicatief en professioneel, liet duidelijk merken dat hij de vraag van Driessen niet op prijs stelde. Toch bleef hij correct in zijn antwoord, al was het met een duidelijke ondertoon van frustratie.
Voor journalisten en volgers van de wedstrijd leverde het moment een kort maar amusant fragment op. Het laat zien hoe het spanningsveld tussen pers en spelers soms kan oplopen, zeker wanneer de vragen scherp of provocerend zijn geformuleerd. Driessen zorgde er opnieuw voor dat hij het middelpunt van de persconferentie werd, niet vanwege een scoorde speler, maar door zijn eigen opmerkelijke manier van vragen stellen.









